23. Juni 2008
door Bernard Hulsmann
Wie tien jaar geleden had voorspeld dat de neotraditionalist Rob Krier in het Nederland van 2OO8 de invloedrijkste architect en stedenbouwer is, zou zijn uitgelachen. De populariteit onder bewoners, wethouders en projectontwikkelaars van Kriers als vestingstadje vermomde Vinexwijk Brandevoort, voorspelde al een stralende toekomst voor de Luxemburgse architect in de Vinexwijken. Maar dat zijn ‚Anton-Pieck-stadjes‘, zoals Krier stedenbouw door critici smalend wordt genoemd, echt school zouden maken, was eind jaren negentig ondenkbbar. Onder leiding van Rem Koolhaas maakte ons land furore als ‚modernste architectuurland ter wereld‘, zo meenden Nederlandse stedenbouwers en architecten.
Toch is de invloed van Krier in het huidige Nederland moeilijk te overschatten. Niet alleen bouwt hij zelf nu op tientallen plekken aan woonwijken, maar ook Nederlandse architecten hebben zich zijn neotraditionalistische stedenbouw en architectuur steeds meer eigen gemaakt. Zelfs architecten die tien jaar geleden op geen enkele manier in verband gebracht wilden worden met Krier, ontwerpen nu gezellige grachtenstadjes. Adriaan Geuze, bekend van onder meer het harde, ongenaakbare Schouwburgplein in Rotterdam, is een van hen. Zijn bureau, West 8, ontwierp De Laak, een van den burrten van de Amersfoortse Vinex-wijk Vathorst, waarvan het eerste deel nu gijna voltooid is. […]
Zo zal Nederland, na de vele nieuwe grachtenstadjes van Krier en andere architecten, straks ook nieuwe waterdorpen kennen.
Bernard Hulsman: Alle ruimte voor de nieuwe waterdorpen, NRC HANDELSBLAD, 23. Juni 2008.