Toscane aan de Sloterplas

Léon Hanssen

‚Vroeger kon je Wim Kok met enige regelmaat rond de Sloterplas zienkuieren, maar sinds de hectische tijden van drie jaar geleden zien we hemniet meer.‘ Wel maakte Mohammed B. ‚in de maandagnacht vóórdat hij Theovan Gogh zou vermoorden, met zijn huisgenoot Ahmed H. nog een rondje om deplas‘. Léon Hanssen beschrijft de geschiedenis van zijn wijk Slotermeerin AmsterdamNieuw-West als een architectonische droom en een sociale utopiedie al na één generatie slooprijp waren en het podium werden van dramaen terreur.

[…]

Begin jaren tachtig word ik weer richting Nieuw-West gedreven, nu bijhet zoeken naar een nieuwe woning. De prachtige etage aan de Keizersgrachtdie ik, quasi als wacht, tijdelijk mocht gebruiken, is verkocht tegen eenprijs die ik als student niet kan ophoesten. Nieuw-West heeft op dat moment- vijfentwintig jaar na oplevering – de reputatie van een buurt waar je nogniet begraven wil worden, maar het aanbod aan huurhuizen in het centrum iszo gering dat je ook in die contreien gaat kijken. De naar slaapsteden alsLelystad en Almere vertrekkende bewoners en hun buren ontvangen me met openarmen: ‚als er maar geen Turken intrekken.‘ Gastvrijheid door angst voorerger! Als ik tegenover mijn hoogleraar geschiedenis mijn bezorgdheiduitspreek over wat ik noem de ‚zorgwekkende aversie‘ tegen de (voormalige)gastarbeiders, haalt hij zijn schouders op: ‚Wat bedoelt u met aversie?’Straatrumoer, begrijp ik, is niet chic.

De vermeende beproevingen van West blijven me bespaard: ik vind eenwoning in de historische jodenbuurt van het centrum. Maar een kwarteeuw later kom ik alsnog, met vrouw en kinderen, in Nieuw-West te wonen. De vanoorsprong Luxemburgse architect Rob Krier, wiens bureau in Berlijn isgevestigd, heeft voor een nog braak liggend terrein aan de noordwesthoekvan de plas een hoogst aantrekkelijk wijkje ontworpen, zo blijkt uit een prospectus van woningbouwvereniging Het Oosten. Als we ernaartoe fietsen om een kijkje te gaan nemen, en ineens aan de linkerzijde de open ruimte,de lucht en het water van de Sloterplas zich aan de zintuigen presenteren,is het pleit al grotendeels beslecht. De inzet van het project ‚Noorderhof‚ is hoog: duurzaam bouwen in een omgeving ‚onder architectuur‘ en tegenbetaalbare prijzen. De betaalbaarheid komt mede doordat, zo zal laterblijken, de animo voor wonen in West zeer gering is. Maar het ontwerp vanKrier trekt ons over de streep. Het wijkje is als een dorpse vestinggegroepeerd rond een bestaande rooms-katholieke kerk met pastorie vanarchitect M.J. Granpré Molière uit 1957.

Van dit hallenkerkje zal Rob Krier later zeggen dat het een van demooiste gebouwen van West-Europa is. Het is inderdaad mooi, al oogt het metzijn vroeg-middeleeuwse, Romaanse karakter enigszins als een Fremdkörper in het modernistische Slotermeer. De realisatie van dit stadsdeel kwam inde jaren vijftig als gevolg van woningnood en voorzienbare budgette kortenonder grote druk en haast tot stand, waarbij in allerijl architecten vandivers pluimage werden ingeschakeld. De zogenaamde Delftse School waartoe Granpré Molière behoorde, vertegenwoordigde juist een traditionalistischerichting in de architectuur. Zijn O.L.V. van Lourdeskerk – in 1995 alsgevolg van noodgedwongen samenklontering van parochies omgedoopt tot ‚Het Nieuwe Verbond‘ – is niet uit staal en beton opgetrokken, maar uit hout enzandkleurige baksteen. Boven de hoofdingang prijkt een mozaïek van demaagd Maria; binnen bevindt zich een schitterend doopvont uit het middenvan de 13de eeuw: de traditionele architectuur hecht sterk aan symboliekdie eenheid brengt onder haar gebruikers.

Rob Krier sluit daarbij aan. Zijn ‚Noorderhof‚ heeft een in zichzelfgekeerde structuur; het wijkje is alleen toegankelijk door poorten, die heren der worden geflankeerd door heuse torentjes. De huizen makenarchitectonisch een knipoog naar de stijl van de Amsterdamse School à laBerlage, waar Van Eesteren juist een hekel aan had vanwege het chaotische paradekarakter ervan (‚de leerschool der leugen‘). Bureau Krier boert goedin Nederland. Bij het Centraal Station in Den Haag is van hem De Resident verrezen, een wijk met besloten pleintjes en ‚ouderwetse‘ vakwerkgevels.Ook bij Helmond (Brandevoort) en elders in Amsterdam zijn grote ontwerpenvan hem gerealiseerd en hij heeft wel een dozijn opdrachten inportefeuille. Zijn stramien wordt echter door liefhebbers van experimentele, spannende bouwkunst afgedaan als decoratief en neo-traditionalistisch. Zij schamperen over Anton Pieck-architectuur. De Amerikaanse architectuurgeleerde Nan Ellin sprak in een gelijknamig boekuit 1997 over Architecture of Fear, en bij een recent bezoek aan Nederland meende hij Krier om zijn nostalgiezucht te moeten kapittelen: ‚Nostalgieis een van de reacties op de hedendaagse angst. Nostalgie speelt een rolin de roep om een terugkeer naar traditionele waarden en normen die jeoveral ter wereld hoort.‘ […]

read full article: Léon Hanssen: Toscane aan de Sloterplas, Trouw, 3.9.2005.